SCHURINGA's Website
Het mysterie van de familienaam Schuringa  
  Een korte samenvatting door Tjakko M. Schuringa naar aanleiding van de Familie Schuringa dag te Zeist op 9 October 1998.
De Aanleiding.

Ik dacht vroeger dat het heel gewoon was als achternaam Schuringa te hebben. Mijn vader heette zo en mijn grootvader ook. Mijn vader, Albert Hendrik, heeft me echter nooit iets over de familie verteld, want hij was niet blij met de familie Schuringa. Dat kwam omdat hij het resultaat was van een affaire van zijn vader Tjakke Schuringa met Marchien, die als meid op de boerderij werkte. Mijn grootvader nam de gevolgen voor zijn rekeing en huwde Marchien. Dit werd door de broers en zusters Schuringa als een grote schande bevonden (zijn ouders waren het jaar daarvoor beiden overleden) en het huwelijk met Marchien Emmens werd gezien als een mis-alliance, waardoor mijn grootvader in 1905 van de ouderlijke herenboerderij in Annerveen verdreven werd. Hoe dat kon, is mij nog steeds een raadsel, maar ik ken niemand, die daar het fijne van weet. Mijn vader werd in dat zelfde jaar geboren in Wildervank. Mijn grootvader kreeg wel geld uit de erfenis om een nieuwe boerderij te kopen. Omdat het zoeken naar een boerderij wel even kon duren, heeft hij dat geld bij een notaris ondergebracht die er aandelen van Canadese kopermijnen voor gekocht heeft, helaas. Want toen hij een geschikte boerderij op het oog had, bleken de aandelen niets meer waard te zijn en was hij zo goed als tot de bedelstaf gebracht. Er zat toen niets anders op dan in Drente een klein boerderijtje te huren, maar de man is er eigenlijk nooit meer echt bovenop gekomen. Hij werd ook nog door zijn rijke familieleden gemeden. Toen hij in 1943 overleed kwamen ze allemaal nog op de begrafenis. Ik heb mijn grootmoeder Marchien nog wel eens gevraagd naar de gang van zaken en hierboven staat dat wat ik er nog van weet. Ik heb wel eens kleinzonen van broers van mijn grootvader opgezocht, maar die wisten ook van niets. Zij woonden nog wel in boerderijen in de buurt van de vroegere ouderlijke woning. Nadat mijn vader in 1981 overleden was, wilde ik toch nog eens nagaan hoe het een en ander in zijn werk gegaan was en ben ik begonnen met speurwerk in enkele archieven. Ik heb daarna ook enkele andere Schuringa’s ontmoet, die onderzoek gedaan hadden naar de oorsprong van de familie.

Het onderzoek van Willem J. Schuringa

Willem Jan Schuringa, nu wonende in Nijkerk, heeft in 1990 in een oplage van 50 stuks een prachtig boek uitgegeven met als titel “Het Geslacht Schuringa” . Het boek telt meer dan 300 pagina’s en geeft een compleet overzicht van de familie Schuringa en aanverwante families sinds de vijftiende eeuw. De eerste Schuringa, die Willem Jan vermeldt is Cornelis Jans Schuiringa, die in 1693 huwde met Aaltyn Jacobs Vonck. Volgens de overlevering zou Cornelis Jans uit Drente komen, maar er is geen verder onderzoek naar gedaan. Ik vermoed dat Cornelis Jans omstreeks 1670 geboren moet zijn, maar het is een raadsel in welke plaats. In 1773 overlijdt een kleindochter van deze Cornelis Jans en op haar grafzerk in de kerk van Adorp is het vermoedelijke wapen van de familie Schuringa ingebeiteld. Het wapen heeft drie halve manen en drie klaverbladen. In een boek over familiewapens van de hand van Hesman staat op pag 182 het wapen van G. Schuringa. Naast drie klaverbladen in het vierde kwartier, staat er een vogel (adelaar?) in het eerste, een bloemachtig teken in het tweede en een lopend mannetje in het derde kwartier. Hebben de drie klaverbladen iets gemeenschappelijks? Het is verder merkwaardig dat de dochter van een dochter van Cornelis Jans zich toch Anje Reerts Schuringa noemt en de zoon van deze Anje zich ook Schuringa noemt. Deze Willem Jans Schuringa, geboren in 1766 te Middelstum is predikant te Minnertega.

 

Het onderzoek van Hergen T. Schuringa.

Hergen Schuringa, wonende in Hoogeveen, heeft ook een uitgebreid onderzoek gedaan naar de oorsprong van zijn familie en heeft een verhandeling geschreven over de familiegeschiedenis van 1649 tot 1811. Hij komt tot de conclusie dat hij afstamt van Tjakke Jans Schuringa, geboren in 1764 te Veendam. Maar deze Tjakke heeft in Veendam de naam Schuringa aangenomen in 1812, toen onder de Franse overheersing het voeren van een achternaam verplicht werd. Ook zijn broer Tjapke, wonende in Wildervank, zijn broer Albert en neef Doewe Jimkes namen Schuringa aan als achternaam. Waarom zij alle vier juist de naam Schuringa aannamen is onbekend. Het is op zijn minst vreemd, omdat er in de buurt van Veendam niemand woont met die naam. De enige mensen die de naam Schuringa hebben, woonden in die tijd in de buurt van Adorp in het Noorden van Groningen en het is niet aan te nemen dat er contact was met die Schuringa’s. De Schuringa’s in Adorp en omgeving waren landbouwers en de Schuringa’s in Veendam en omgeving oorspronkelijk kustvaartschippers. Ze hadden beroepsmatig dus ook niets met elkaar te maken. Hergen heeft nagegaan dat de vader van Tjakke en Tjapke, genaamd Jan Alberts, in 1719 in Veendam geboren werd en in 1749 trouwde met Grietje Tjapkes.  Van Grietjes familie komen waarschijnlijk de voornamen Tjapke en Tjakke. Jan Alberts was actief als schipper en als geldschieter voor de scheepvaart. Jan Alberts was de zoon van Albert Thies die geboren werd in Veendam op 10 Januari 1686. Deze was weer de zoon van Thies Alberts, die omstreeks 1650 geboren werd. Zijn vader is Albert Herman, die in 1669 naar Veendam verhuisde. Albert Herman ging zich in Veendam met de vervening bezig houden. Albert Herman zal ± 1620 geboren zijn. In 1649 deed hij de belijdenis in de kerk van Steenwijk. De herkomst van Albert Herman is onbekend. Albert Herman tekende in Veendam een enkele maal met de achternaam “Ligger”. Dit is waarschijnlijk niet zijn echte achternaam maar die van zijn vrouw, want zijn vrouw Lammigje was de dochter van Thies Coops Ligger. Voor zover het verhaal van Hergen, dat nog veel meer bijzonderheden bevat. Het blijft echter merkwaardig waarom Albert Herman met de familienaam van zijn vrouw tekende en 150 jaar later zijn achterkleinzoons de naam Schuringa gaan gebruiken. 

Het onderzoek van Tjakko M. Schuringa

 Ik heb zelf ook een onderzoek gedaan in de archieven van de provincie Friesland. Ik heb gevonden dat Bolsward een pastoor had met de naam Lambert Schuiringa ( ook wel geschreven als Schyringa). Hij werd na de hervorming dominee in Bolsward. De pastoor/dominee werd geboren in 1551 en stierf in 1629. In 1590 werd zijn zoon Arnoldus geboren. Zijn zoon Arnoldus Schuringa wordt ook dominee en oefende zijn ambt eerst uit in Arum ( 1626-1654) en later ( van 1654 tot 1662) in Lollum, een klein plaatsje in de buurt van Bolsward. Hij moet behoorlijk wat afwezig geweest zijn, want hij werd veldprediker in het leger van Prins Maurits. Arnoldus krijgt een wettige zoon Bartholdus, die geboren is omstreeks 1620 te Arum. Bartholdus volgde in 1662 zijn vader op als dominee in Lollum. Bartholdus kreeg de bijnaam Toer van Lollum, omdat hij het niet al te nauw met de zeden nam. Hij werd zelfs uit Friesland verbannen vanwege zijn losbandig gedrag. Er deden in die tijd, waarschijnlijk dus vanaf 1665, allerlei vreselijke verhalen over hem de ronde. De naam Schuringa was toen in Friesland besmet! Zijn (natuurlijke?) broer Albert Herman heeft daarom waarschijnlijk de naam Schuringa laten vallen. Hij heeft waarschijnlijk wel de bezittingen van zijn vader Arnold geerfd, waardoor hij de gelegenheid had om in 1669 naar Veendam te verhuizen om daar vervener te worden.

 Een kort overzicht van de openstaande vragen.

 Zoals hierboven aangegeven is de oorsprong van de Schuringa’s in de omgeving van Adorp ook onduidelijk. Er is sprake van een Cornelis Jans Schuiringa, die omstreeks 1670 geboren moet zijn. Als Cornelis Jans het wapen had dat in 1773 op de zerk van een van zijn kleinkinderen aangebracht is, moet toch ergens te achterhalen zijn waar hij vandaan kwam. Waarom heeft zijn achterkleinzoon via twee vrouwelijke lijnen toch de achternaam Schuringa? Is hij soms familie van de in 1629 overleden pastoor/dominee Lambert Schuiringa? Heeft hij iets te maken met de veldprediker Arnoldus Schuringa die uiteraard vaak van huis was? Is er verband tussen de G. Schuringa, die een wapen had met ook drie klaverbladen?  De oorsprong van de Schuringa’s in de omgeving van Veendam is nog veel onduidelijker. Je kunt echter niet aannemen dat drie broers en een neef een redelijk onbekende naam als familienaam aannemen als daarvoor niet een goede aanleiding is. Heeft de pastoor/dominee van Bolsward nog broers of neven gehad, die eventuele voorvaderen geweest kunnen zijn van Cornelis Jans? Over Arnoldus Schuringa als veldprediker is nog niets verder onderzocht. Het is wel bekend dat de soldaten en officieren van het leger van de Prins slecht betaald werden. Het is mogelijk dat Arnoldus Schuringa na de vrede van Munster in 1648 gecompenseerd is voor zijn diensten in het leger met een stuk veengebied in de buurt van Jubbinga. Vroeger heette het dorp immers Schurega-Jubbega. Waar Bartholdus Schuringa na zijn verbanning uit Friesland gebleven is, blijft ook een raadsel. En heeft Bartholdus nog  (echte) kinderen gehad?

La Hulpe, 10 October 1998.

 
begin pagina
vorige pagina
Je kunt je vragen en opmerkingen emailen naar remco@schuringa.nl  
   
bijgewerkt op 5-05-2005